Met plezier blijven voorlezen

De dag was lang, het kind een onrustige wervelwind en het voorleesboek hemeltergend saai; voor het eerst kon ik mij voorstellen dat ouders soms de brui geven aan voorlezen.

Er zullen immers altijd avonden zijn waarop je al je ouderlijk doorzettingsvermogen en overtuigingskracht nodig hebt voor het avondeten, tandenpoetsen en de pyjama’s, waarna de energie ontbreekt voor nog een hortend en stotend ritueel.

Maar kinderen naar bed brengen zonder voorlezen? Dan klopt de avond niet meer; het is het koesteren meer dan waard, dat voorlezen voor het slapen gaan; één van de leukste aspecten van het ouderschap.

Dus wat ging er mis? Waarom veranderde dit voorleesmoment van rustgevend en verbindend in irritatie en vermoeienis?

Zoals gezegd, ik was moe, het kind was moe, en had besloten dat ze op de rugleuning van de luie stoel moest zitten, waar ze vervolgens continu vanaf gleed.

Maar, het boek speelde natuurlijk de grootste rol. Roald Dahl bezorgde ons al heel wat aangename voorleesuurtjes, maar Sjakie en de grote glazen lift schoven we snel terzijde. Het verhaal in Sjakie en de chocoladefabriek is logisch opgebouwd, met die kinderen die één voor één iets overkomt, en speelt zich af in een setting waar elk kind bij weg kan dromen. In het vervolgverhaal zitten ze met de hele familie in de glazen lift in de ruimte. Eenmaal aan boord van een ruimteschip belanden ze in een soort koude oorlog setting, met eindeloze gesprekken over de Sovjet-Unie en de president van de Verenigde Staten. Een pak minder toegankelijk voor een zesjarige.

Het bracht ons wel bij een wijze les; je hoeft niet alles waar je aan begint ook uit te lezen, je kunt het ook uitproberen en besluiten dat het niet boeit.

Rond kerst las ik mijn kleuter voor uit ‘Het mysterie’, een boek over advent en kerst waar ik zelf ooit erg van genoot. Maar niet als kleuter, daar kwam ik al lezend achter, eerder als tienjarige. Het verhaal was, met al z’n historische verwijzingen, veel ingewikkelder dan ik mij herinnerde, de dochter stond regelmatig op haar hoofd tijdens het voorlezen, maar ze moest en zou het hele verhaal horen. Ze kan het een half jaar later nog precies navertellen, dus kennelijk raakte het een snaar, maar een iets meeslepender boek vind ik fijner voorlezen.

Wat lezen we dan wel? Met name de oudste dochter maakt het liefst van elk moment een voorleesmoment; limonade en koekje na school, tekenen aan tafel, toetje eten; voorlezen is bij een hoop activiteiten net de kers op de taart.

Ze hoeft er zelden om te zeuren, dat heeft ze natuurlijk heel goed door, en heeft kleine zus inmiddels ook besmet; wat te lezen is dus een vraag die doorlopend terugkomt. Hoewel het niet geheel toevallig mijn grote hobby is om nieuwe boeken te zoeken zijn gebaande paden en schoten is de roos altijd prettig. Zo begonnen we in ‘De kleine kapitein’, wat ook de bijna vierjarige bleek te boeien, dus stoomden door in de verdere avonturen met de Nooitlek. Inmiddels goed in Biegel sferen maakten we kennis met de gemoedelijke avonturen van ‘De dwergjes van Tuil’, maar legden ‘Virgilius van Tuil’ snel weer weg. De eerste 30 bladzijdes draaien om het belachelijk maken van het forse postuur van Virgilius, die doorlopend wordt uitgejouwd vanwege zijn dikte. ‘Dat is toch helemaal niet aardig mama’, klonk er bedenkelijk in koor; net als Roald Dahl is kennelijk niet elke Biegel automatisch een blijvertje.

De meeste natuurlijk wel, en boeken zoeken van een schrijver die je bevalt werkt vaker goed. Na ‘Lotte en Roos’, van Marieke Smitshuis, lazen we bijvoorbeeld ‘De koning van de flat’, waarin we kennis maakten met het kattenkwaad van Boele en Moes. We lazen ‘De ridderprinses’ van Cornelia Funke, en reserveerden meteen ‘Maanlichtdraak en monster Schrik’; heerlijke rijk geïllustreerde, onconventionele verhalen. Vorige week kwam ‘Koning varken’ van Koos Meinderts mee uit de bieb, over een varkentje dat er geen eer in ziet om geslacht te worden voor de koning, maar eenmaal zelf koning graag een karpertje op zijn bord heeft. Je begrijpt, de volgende boeken van Meinderts staan al op ons te wachten.

De moraal van het verhaal? Vooral veel uitproberen, het maximaal aantal boeken uit de bieb meenemen, en niet te bang zijn om iets dat niet bevalt weer weg te leggen. Dat maakt het aantrekkelijker om je morgenavond weer te nestelen in die luie stoel, op de bank of naast een bed, om samen met je kind af te reizen naar onbekende werelden, woeste monsters in de ogen te kijken of gezellig te giechelen om gekke weetjes.

Een hele fijne leeszomer gewenst!

Deel dit artikel

Op zoek naar een tekstschrijver met verstand van onderwijs?

Neem vooral contact op

Gerelateerde blogs

Recente blogs