‘Juf, dat is toch fake news?’
Sceptisch kijkt ze me aan, duidelijk niet overtuigd. De zwaartekracht van de maan trekt aan het water op aarde? Leuk bedacht, maar zo makkelijk laat ze zich niet foppen. Samen lazen we een avonturenroman waarin de hoofdpersoon vast komt te zitten door opkomende vloed. Wel handig als je dan weet wat eb en vloed is, een filmpje leek een efficiënte manier om dit te leren.
Maar wat als je nooit een globe zag, niet weet wat zwaartekracht is, nooit aan zee bent geweest en nauwelijks weet dat de maan rond de aarde draait, maar wel hebt geleerd dat je kritisch moet nadenken over informatie op het internet? Dan kan die maan met z’n zwaartekracht net zo goed een heel vergezocht idee zijn.
Een half decennium geleden werd onderwijs2032, de geflopte onderwijsvernieuwing, geïntroduceerd met uitgesproken dedain voor parate kennis: ‘Vroeger zat kennis in je hersenen en boeken, nu is dat de computer’. Hoewel de aandacht voor het belang van kennisoverdracht in het onderwijs voorzichtig toeneemt ageert er nog steeds een grote groep leerkrachten tegen ‘het geconditioneerde idee dat onderwijs kennisoverdracht is’.
Wellicht is het hopeloos naïef, maar volgens mij kun je bijna niet met droge ogen beweren dat onderwijs niet draait om kennisoverdracht, als je je ervan bewust bent om wat voor kennis het gaat.
Gesprekken over kennisoverdracht in het onderwijs lijken vroeg of laat uit te komen bij het platgeslagen clichébeeld van rijen feiten stampen, en dat kinderen daar niets aan hebben. Onderwijspedagoog Gert Biesta stelt bijvoorbeeld dat de focus op kennisoverdracht in Engeland momenteel te groot is, wat volgens hem leidt tot een eeuwenoude discussie: moeten kinderen historische feiten kunnen opdreunen of historiserend kunnen denken?
Het is de kennisvloek die hier toesloeg, een vloek waar we allemaal weleens last van hebben gehad. Of het nu om auto’s, vogels of popsterren gaat, het is altijd ingewikkeld om je voor te stellen dat anderen de kennis ontberen die jij voor heel vanzelfsprekend houdt. Hetzelfde geldt voor algemene kennis; zijn er echt 12-jarigen die nog nooit van de Berlijnse muur hebben gehoord, geen idee hebben wat een dictator is en fake news roepen bij een filmpje over eb en vloed? Ze zijn er, en ze maken heel duidelijk wat voor kennisoverdracht we in ons onderwijs moeten nastreven.
Natuurlijk hoeven kinderen de regeringstermijn van koning Willem III of het aantal Nederlandse vrijwilligers bij de Waffen-SS niet zo uit hun mouw te schudden, maar dat koning Willem III bestond en wat de Waffen-SS was vliegt ook niet zomaar je hoofd in. Daar zal toch echt enige kennisoverdracht aan vooraf moeten gaan.
Gedeelde achtergrondkennis stelt ons in staat om elkaar te begrijpen, zo schrijft de Amerikaanse onderwijskundige E.D.Hirsch in ‘How to educate a citizen, the power of shared knowledge to unify a nation’. Het onderwijs is de plek waar deze gedeelde achtergrondkennis moet worden opgebouwd. Dat gaat dus geenszins om feiten stampen, maar om het recht van elk kind op algemene vorming. Het is een bevreemdende ervaring om te praten met 12-jarigen die niets weten te zeggen over koloniën, het slavernijverleden, roodkapje, Rembrandt of Annie Schmidt. Dat valt die kinderen niet kwalijk te nemen, ze leerden er simpelweg niet, of niet goed genoeg, over. Het goede nieuws is dat kinderen direct naar het puntje van hun stoel schuiven als er echt wat te leren valt over de wereld. Het is tijd om aan die behoefte tegemoet te komen, tijd voor inspirerende kennisoverdracht in het basisonderwijs.