Kikker is bedroefd, maar kikker is niet alleen bedroefd, hij is ook treurig, en somber. Rat is teleurgesteld dat hij hem niet meteen kan opvrolijken, en uiteindelijk huilt kikker van ontroering door rats mooie vioolspel. In een ander boek is kikker niet simpelweg bang, maar ligt hij stijf van angst in zijn bed, en springt als door de bliksem getroffen overeind.
Mijn peuter is, als haar knuffel zoekraakt of de straatstenen hard aankomen, nog steeds gewoon ‘vedietig’, liefst met lange gierende uithalen. Toch zijn de zaadjes geplant. Treurig, bedroefd en somber maken deel uit van haar receptieve woordenschat.
Iedereen die weleens een andere taal spreekt zal het herkennen. Het verhaal van die Franse marktkoopman over zijn exclusieve radijzen begrijp je wel, maar het zweet loopt over je rug als je zelf wat terug probeert te zeggen. Je receptieve woordenschat, alle woorden die je wel kent maar niet zelf gebruikt, is groter dan je productieve woordenschat, de woorden waarmee je zelf communiceert.
‘Woorden en zinnen die kinderen niet begrijpen zijn niet geschikt voor een kinderboek’.
Het rijke taalgebruik van Max Velthuijs valt duidelijk niet bij iedereen in de smaak. De schrijfster van deze zin, uit een blog van een communicatiebureau nota bene, verving ‘zonk de moed hem in de schoenen’ altijd door ‘toen durfde hij niet meer’. Te moeilijke woorden of uitdrukkingen leiden af van de inhoud, stelt zij.
Is er een kind dat de strekking van kikkers avonturen niet snapt? Volgens mij zijn de tekeningen dusdanig duidelijk dat je het boek ook zou kunnen lezen in een onbekende taal, of, voor kleine kinderen, met woorden die je misschien niet allemaal kent.
Ofwel, een ode aan kikker. Lees het voor, geef het door, en wees niet te bang voor onbekende woorden.